In de jaren ’60 van de vorige eeuw schreef de godsdienstfilosoof en bijbelkenner Martin Buber zijn artikel $‘Abraham der Seher’$ (Abraham de ziener). Het artikel tekent Abraham als een profetisch figuur die bemiddelt tussen hemel en aarde. Buber leest heel precies. Hij laat tot in detail zien dat de compositie van de Abrahamverhalen een voorafschaduwing is van de geschiedenis van het volk Israel. De persoonlijke roeping van Abraham is een voorbode van de roeping van het volk. En zijn biografie is een vooruitloop op de geschiedenis van heel Israël. In dit artikel wil ik eerst enkele bijzondere trekken laten zien van de figuur van Abraham zoals die verschijnt in de verhalenkrans van de Thora. En daarna wil ik aan de hand van enkele fragmenten uit de brieven van Paulus van Tarsus (Tweede Testament) laten zien hoe hij Abraham ziet als een prototype voor zowel Joodse als niet-Joodse gelovigen in de vroegchristelijke gemeente. Het kernwoord in dit nummer is $‘emoenah’$ (vertrouwen, geloof). De $emoenah$ van Abraham heeft een spoor getrokken in de joodse, de christelijke en de islamitische gemeenschap.